Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verder [25]zeide Samuel tot het volk: Komt en laat ons naar Gilgal gaan, en [26]het koninkrijk aldaar vernieuwen. 25. Te weten, in het leger bij Jabes, nadat zij de Ammonieten geslagen en alzo Jabes ontzet hadden. 26. Dat is, Saul aldaar in het koninkrijk bevestigen. Er waren daar enigen, die Saul niet hadden willen aannemen tot hun koning, hfdst.10 vs.27. Samuel twijfelde niet of de kwaadwilligen zouden hem nu wel aannemen, dewijl zij zijn dapperheid in den strijd gezien hadden, en de anderen hen hadden willen doden, maar Saul had zulks verhinderd.